2013 - Verwennen op Vlieland
Het was 2013: "Een verwen weekend". Dat stond er op het kado van onze vrienden. Een kado voor 25 jaar huwelijk. Maar goed, dan komt het eerste probleem. Wat is verwennen voor ons? Op het fotootje staat een sauna. Is dat verwennen voor ons? Nee. Dat is iets teveel niets doen. We kiezen uiteindelijk voor een weekend Vlieland. Daar kunnen we eventueel niets doen. Maar we kunnen ook wel wat doen. En natuurlijk kan er ook verwend worden.
Knussig eiland
In mijn naïviteit bedacht ik dat het buiten de vakantie wel rustig zou zijn. Dat hebben die andere drieduizend mensen ook waarschijnlijk gedacht die met ons de boot delen. Maar een eiland heeft zo zijn voordelen. Er kan maar een beperkte hoeveelheid heen. Eenmaal aangekomen valt het wel mee. Je komt wel steeds dezelfde mensen tegen maar dat went. Je gaat elkaar zelfs groeten. Als oude bekenden. Geeft altijd wat knussigs zo’n eiland.
Wat gaan we doen?
De kamer tegenover de receptie in hotel “de Kluut” is voor ons. Kamer 101. Dat vind ik een mooi getal. Waarom? Er zijn 10 soorten mensen; mensen die dit begrijpen en mensen die dit niet begrijpen. De kamer is prima en het ontbijt ook. Voor ons strekt zich een compleet lege zaterdag uit. We hebben natuurlijk een fiets dus er moet gefietst worden. We hebben ook besloten om “de Vliehorst Expres” te doen. De informatie hierover is wat dubbelzinnig. De poster in het dorp zegt wat anders dan de internet site. Daarom eerst maar bij de Primera winkel langs.
De dame in de winkel is niet gediend van onze vragen en grapjes. De onduidelijkheid komt omdat het hier al september is op 31 augustus. Had ik kunnen weten natuurlijk. En dat geeft een ander schema dan gedacht. Ze reageert wat glazig op mijn vragen. De totale tocht duurt twee uur, maar ze heeft geen idee hoe lang je aan het rijden bent. Ze snapt ook niet waarom je dit zou willen weten. We kopen een van de laatste kaartjes. Ze sluit af met de motiverende mededeling dat we daarmee als haringen in een ton zitten. Ik krijg er direct zin in.
Voordat het zover is, gaan we eerst nog een rondje eiland fietsen. Het is mooi weer maar wel met een straffe bries. Oostenwind volgens de voorspelling. Maar als we naar het westen fietsen hebben we hem mee. Onderweg doen we een paar geocaches. Bij de “dodemans bol” kunnen we de schat niet vinden. Het is een intrigerende naam en we leren dat het hier ook wel de “bol van de dooie” genoemd werd. Opvarenden met een besmettelijke ziekte werden hier aan land gebracht en begraven. Ze mochten niet op de gewone begraafplaats. Stel je voor dat ze een van de andere dooien zouden aansteken. Later hebben ze de restanten verzameld, begraven en een hek omheen gezet. Vooral dat laatste is belangrijk. Hiermee wordt zeker een uitbraak van besmettelijke ziekten voorkomen.
Fietsen
Afijn, het helpt ons allemaal niet om de geocache te vinden. Enigszins teleurgesteld fietsen we door. Een teleurstelling die we wegpoetsen met een appelgebak met cranberrysaus én slagroom bij “het Posthuys”. Het blijft tenslotte een verwen weekend. Daarna fietsen we door zover als je kunt in Kroon’s polder. Waarom? Geen idee. Hier is niets te zien of te doen. Maar voor ons gevoel kun je er maar beter geweest zijn. Daarna is het bikkelen tegen windkracht vijf in. We moeten op tijd bij de Vliehorst Expres zijn en dat lukt net.
Verlaten stranden
Een blonde Sil de strandjutter wacht ons op. Hij geeft de meeste vrouwen een blos op de wangen. De mannen zijn afgunstig. Ook zij willen wel in zo’n truck over het strand scheuren. Om eerlijk te zijn, had ik nooit gedacht dat ik in zo’n kermiswagen zou stappen. Nog minder verwacht dat ik het ook nog leuk zou vinden. We rijden langs de vloedlijn. Verlaten stranden. Eindeloze zandvlakten. Krijsende meeuwen die mopperen dat ze opzij moeten. En de golven die oneindig aan blijven komen rollen. Ik kan daar uren naar kijken. Geen golf is hetzelfde als hij over de andere buitelt. Het is maar goed dat ik niet aan het strand woon. Overdag zou ik eindeloos naar de golven kijken. ’s Avonds zou ik eindeloos in het vuur staren. Er zou niets uit mijn handen komen.
Daar heb ik nu geen last van. De Vliehorst Expres ploegt voort. We rijden door de Sahara van het Noorden. En eindigen bij het drenkelingenhuisje. Dit huisje is origineel gebouwd voor gestrande drenkelingen. Nu is het verworden tot een verzamelplaats van gejutte spullen. Vooral die van Sil. Hij weet er smakelijk over te vertellen. Over de flessenpost, de as van mijnheer van Dam en het maritieme leven op sterk water. Op internet zie ik dat je ook kunt trouwen in het drenkelingenhuisje. Ik ben al getrouwd, maar als ik het ooit weer zou doen, dan zal ik het zeker overwegen. Daarna gaan we zeehonden kijken. Als een dobber zien we hun kopjes boven water. Iets verderop ligt Texel. Geef me een steen en ik gooi hem naar de overkant.
Wat ik erg leuk vind aan de Vliehorst expres zijn de banden. Beter gezegd, drie van de banden. In het loopvlak hebben ze in spiegelschrift een gedicht uitgekerfd. Loop je over het strand waar de Vliehorst Expres (er zijn er twee) heeft gereden dan zie je een eindeloze herhaling hiervan:
Sil, zijn weg vrijgevochten, een leven navigerend tussen eb en vloed.
Te vroeg van de steiger vertrokken voor de laatste vaart.
en
Lippen branden van verlangen naar het zilte van de jouwe.
De wind maakt ruimte en in vrijheid kan ik van je houden.
en
Wat ik zocht vloeit hier langs je voeten, stroomt door je handen,
raakt aan je wang en verovert voor altijd je hart.
We laten de zeehonden achter en stappen weer in onze bolderkar. Blijkbaar hebben we iets fout gedaan, want we worden gestraft. Een man met een accordeon stapt in. Die stond hier toevallig ook in deze hel van zand. We zijn nog niet weg of hij begint dijenkletsers te spelen. Meteen wordt het verschil tussen mannen en vrouwen duidelijk. De vrouwen lopen alras in polonaise door de kar. Luid meezingend. De mannen kunnen niet anders dan beschaamd opzij kijken. Gelukkig staan hier nog wat verlaten tanks want door de week is het hier militair oefenterrein. Het ergste is dat ik al die Hollandse meezingers herken en ken. Zo komen we hossend terug bij “het Badhuys” waar ik mijn best doe deze herinnering weg te drinken. Door de straffe wind mee zijn we gezandstraald in de wagen. Tot in de bilnaad zit het spul en dat schud je niet zomaar meer uit.
Verwennen, verwender, verwenst
Daarna gebeurt er niet veel meer. Ik eindig op het terras van “het Geuzennest” in de haven. Saskia is ben ik ergens verloren in de enige winkelstraat van het enige dorp op Vlieland. De rendez-vous vindt iets later plaats. Op het terras is het helemaal goed. We komen tot de conclusie dat er niet zoveel nodig is om ons te verwennen en gaan naadloos door naar “verwender”. Er worden olijven, witte wijn en nog een Brugse zotte besteld. En daarna een maaltijd. Tijdens de Irish coffee besluiten we voor het hoogst haalbare te gaan. We willen “verwenst” worden. We bellen het hotel of de sauna aangezet kan worden. En daarmee besluiten we de dag.
Hans van der Veeke, uit Baflo